Villa Mairea is een unieke verblijfplaats die in 1937 ontworpen is door de Finse architect Alvar Aalto en die zich bevindt in Noormarkuu, in Finland.
De opdracht voor de villa werd aan Alvar Aalto gegeven door een bevriend echtpaar, behorend tot de rijke familie Ahlström, Harry Gullichsen, een houtindustrieel, en zijn vrouw Maire, een gepassioneerd kunstverzamelaarster: zij waren beiden bereid om de volledige ontwerpvrijheid te geven aan hun vriend en architect, zozeer zelfs dat hij het kon beschouwen als “een experimenteel huis”. Deze benadering van de opdrachtgevers gaf Alvar Aaalto de mogelijkheid om de villa om te vormen tot een waar architectonisch meesterwerk dat in het teken staat van harmonie en compenetratie tussen woondimensie en omringend landschap, tussen mens en natuur. Een van de meest bijzondere voorbeelden van wat als “organische architectuur” kan worden beschouwd.
Villa Mairea: kenmerken
Villa Mairea, genoemd naar de eigenaresse Maire, is een verblijfplaats die is ontworpen door Alvar Aalto met een dubbel doel: het creëren van een toevluchtsoord voor paren en een ontvangstplaats en ontmoetingsplek, zonder te formeel of te representatief te zijn. Het resultaat is uiteindelijk een verblijfplaats geworden dat de opvattingen van de traditionele architectuur uitdaagt, om zich heel bijzondere kenmerken eigen te maken, die in plaats daarvan uiting geven aan een visie op organische architectuur. Welke?
– Een L-vormige plattegrond die het beeld van het terrein volgt, om een diepe verbinding aan te gaan met de natuur eromheen
– De aanwezigheid van vloeiende ruimtes die je het gevoel geven dat je zowel binnen als buiten bent
– Naar waarde schatten van natuurlijke materialen, zoals houten zuilen die ritme geven aan de omgeving, die hun inspiratie ontlenen aan de plantenwereld
– Een afgemeten balans tussen daglicht en kunstlicht
– De veelvormigheid van de ruimtes, met variaties voor wat betreft de materialen, de kleuren en de indeling van de architectonische elementen, zoals de textuur van de plafonds, herinnert aan de verscheidenheid van de natuurlijke omgeving
Organische architectuur: oorsprong, aanhangers, principes
Organische Architectuur is een architectuurstroming die zich in de 20eeeuw ontwikkelde, lijnrecht tegenover de strakke richtlijnen van de traditionele architectuur, om in plaats daarvan de nadruk te leggen op vrijheid, waarbij de harmonie tussen de bouwwerken, de natuurlijke omgeving en de bewoners tot uitdrukking gebracht wordt en naar waarde geschat wordt.
De oorsprong van organische architectuur is terug te voeren op het pionierswerk van baanbrekende architecten zoals Frank Lloyd Wright, vooral met zijn “Fallingwater House” in Pennsylvania, waar hij een van de eersten was die de integratie tussen bouwwerk en de natuur eromheen bevorderde. Voortbouwend op dezelfde architectonische filosofie, waarbij enkele interessante aspecten werden bestendigd, leverden figuren zoals Le Corbusier, Richard Neutra, Jørn Utzon en vooral Alvar Aalto een belangrijke bijdrage. Hieruit werden vervolgens de fundamentele beginselen van de organische architectuur uitgebouwd, waarbij beoogd werd bouwwerken te creëren die op harmonieuze wijze samensmelten met de natuur: de bijzondere aandacht voor het gebruik van natuurlijke materialen (beginnend bij de bouw van de betonconstructie), het ontwerp van ruimtes die in elkaar overvloeien zonder een continuïteitsoplossing tussen binnen en buiten en een nauwkeurige inschatting om het daglicht optimaal te benutten.
De nalatenschap van organische architectuur vandaag
Met deze beginselen, waarbij de verbinding met de natuur en de zorg voor de natuur centraal gesteld wordt, als uitgangspunt, is het helemaal niet verrassend hoe de organische architectuur het belang ervan in de hedendaagse wereld heeft behouden, waar de inzet voor het milieu op steeds meer betrokkenheid kan rekenen.
Een van de meest voor de hand liggende aspecten van de nalatenschap is de toenemende aandacht voor het gebruik van natuurlijke en duurzame materialen, zoals kalk, waar opnieuw de waarde van ingezien wordt vanwege de opmerkelijke ecologische en gezonde eigenschappen (voor meer informatie kunt u ons artikel “Voordelen van kalk in de bouw” lezen) en het optimaliseren van de daglichttoetreding, met de daaruit voortkomende energiebesparing, een prioriteit van veel architectonische projecten vandaag de dag, waarin gestreefd wordt naar open ruimtes, grote ramen en dakvensters. Om vervolgens te eindigen met de bijzondere holistische benadering van de organische architectuur. Deze benadering is erop gericht om het bouwwerk als een onlosmakelijk onderdeel van een breder ecosysteem te beschouwen, wat ook de inspiratiebron is geweest voor uitgebreidere duurzaamheidsprojecten zoals gebouwen met nul CO2-uitstoot en duurzame steden.