De wereld van de kleuren is altijd een fascinerend universum geweest en een essentieel onderdeel op veel terreinen van de artistieke en productieve expressie. De zoektocht naar een systeem om de kleuren in te delen dat nauwkeurigheid en duidelijkheid garandeert is altijd een doel van primair belang geweest, dat op verschillende gebieden nagejaagd werd en waarbij enkele belangrijke resultaten zijn bereikt. Een van de belangrijkste systemen is het Natural Color System, d.w.z. het natuurlijke kleursysteem, dat aangeduid wordt met de afkorting NCS.
Hoe is het NCS systeem nou ontstaan? Hoe is het opgebouwd, hoe werkt het en wat is het verschil met het Pantone systeem? Laten we daar samen eens naar gaan kijken.
Het Natural Colour System NCS: de geschiedenis
De samenstelling van het Natural Colour System (NCS) beroept zich op de leer van de kleuropponentie, zoals voor het eerst in 1915 werd aangenomen door de Duitse fysioloog Ewald Hering, samen met de observaties van de Amerikaanse schilder Albert Henry Munsell.
Vanuit dit oogpunt werd in de tweede helft van de jaren zestig vervolgens de completere versie van het NCS ontwikkeld door de Swedish Color Center Foundation, door het door het onderzoeksteam bestaande uit Anders Hård, Lars Sivik en Gunnar Tonnquist verrichte werk. Het gaat om een uniek systeem vpoor het catalogiseren van de kleuren, dat uitsluitend is gebaseerd op de menselijke waarneming van de kleuren en niet op de menging van de kleuren.
Vandaag de dag is het NCS eigendom van het in Stockholm gevestigde bedrijf NCS Color AB en is gebaseerd op een NCS kleurenatlas, waarin de 1950 officiële kleuren zijn gecodeerd.
Het Natural Colour System NCS: hoe het werkt
Het Natural Colour System NCS biedt een degelijke en betrouwbare basis om de wereld van de kleuren te verkennen en te begrijpen, te beginnen bij de veelzijdigheid ervan: het gebruik van het systeem is namelijk niet gerelateerd aan het materiaal waarvoor de kleuren gebruikt zullen worden en daarom beslaat de functionaliteit ervan een uitgebreid scala aan sectoren en toepassingen.
Maar hoe werkt het NCS systeem nou?
Het belangrijkste om te weten is dat het NCS is opgebouwd rond zes elementaire kleuren: wit (W), zwart (S), geel (Y), rood (R), blauw (B) en groen (G) en elke kleur beschrijft, uitgaande van de gelijkenis hiervan met de eerste zes.
De zes primaire kleuren worden grafisch gerangschikt in een driedimensionaal model, de “NCS kleurruimte” genaamd, waarin alle 1950 NCS kleuren zijn geplaatst.
Deze ruimte wordt gevormd door twee tweedimensionale modellen:
– De NCS kleurencirkel: een horizontaal gedeelte waarin de 4 primaire kleuren (geel, rood, blauw en groen) op de 4 hoofdpunten zijn geplaatst.
– De NCS kleurendriehoek is een verticaal gedeelte waarbij de basis van de driehoek de grijze schaal is (van wit naar zwart) en de top van de driehoek de maximale verzadiging in de huidige kleurtoon.
NCS kleuren: de NCS notatie
Op basis van de plaats binnen de NCS kleurruimte, wordt elke afzonderlijke tint gedefinieerd door een identificatiecode, NCS notatie genaamd. Alleen de NCS notatie kan meteen een idee geven van de kleur aan degene die weet hoe het Natural Colour System werkt.
Laten we de kleur NCS S 6010-G90Y als voorbeeld nemen:
– 60 beschrijft hoeveel zwartaandeel er in die kleur zit, op een schaal van 100 (hoe hoger het getal, hoe dichter het bij zwart ligt; hoe lager het getal, hoe dichter het bij wit ligt)
– 10 beschrijft de mate van verzadiging in de huidige kleurtoon, ook weer op een schaal van 100 (hoe hoger het getal, hoe dichter het bij de verzadigde kleurtoon ligt; hoe lager het getal, hoe dichter het bij neutrale grijstonen ligt)
– G90Y beschrijft welke primaire kleuren er zijn, ook weer op een schaal van 100 (in deze kleur is er 90% “G” d.w.z. groen en 10% “Y” d.w.z. geel).
In dit geval gaat het om een pasteltint, met een totaalperceptie van een nuance tussen saliegroen en grijs.
Verschillen tussen NCS en Pantone
Zoals het Pantone systeem (waar we het in ons vorige artikel) over gehad hebben, is het NCS systeem een universele methode om kleuren op een eenduidige en specifieke manier te identificeren en over te brengen. Maar wat zijn de verschillen tussen deze twee kleurcoderingssystemen?
Er kan worden gesteld dat het NCS, uitgaande van het indelingsprincipe op basis van de menselijke perceptie van kleuren, geschikter is voor gebruik voor het verven van muren maar ook voor het verven van stoffen. Terwijl het PMS, waarbij de kleuren ingedeeld worden op basis van een specifieke kleursamenstelling, meestal meer gebruikt wordt voor commercieel drukwerk, waarbij de kleur exact moet overeenstemmen.